Overslaan en naar de inhoud gaan

Chemotherapie bij darmkankerpatiënten

Gepubliceerd op: 14 april 2022

Chemotherapie is de behandeling van kanker met celdodende of celdelingremmende medicijnen: cytostatica. Er zijn verschillende soorten cytostatica, elk met een eigen werking. De medicijnen kunnen  in de vorm van tabletten worden toegediend, maar ook als injectie of infuus. De behandeling is erop gericht het proces van celdeling stop te zetten. Alle delende cellen, dus ook gezonde cellen, worden hierdoor getroffen, maar met name de kankercellen omdat deze cellen vaker delen. Gezonde cellen herstellen zich na de toediening van chemotherapie, de kankercellen herstellen meestal niet.

Vaak worden verschillende combinaties van medicijnen gegeven. Per patiënt wordt bekeken welke chemotherapie binnen het behandelplan past.
Chemotherapie kan adjuvant (aanvullend op een behandeling, gericht op genezing) of palliatief worden gegeven.

Wanneer chemotherapie een onderdeel van uw behandeling is, wordt u doorverwezen naar de internist-oncoloog. Deze arts zal u uitgebreid voorlichten over de mogelijkheden van behandeling met chemotherapie in uw specifieke situatie. U krijgt uitleg over de bijwerkingen, het verwachte verloop en de te behalen resultaten. Op basis van deze informatie maakt u samen met uw arts de keuze voor een behandeling.
Wanneer u kiest om te starten met de chemotherapie krijgt u een afspraak mee voor het verpleegkundig oncologisch spreekuur. De oncologie verpleegkundige informeert u uitgebreid over de behandeling en de te verwachte bijwerkingen. Ook tijdens of na de behandeling kunt u op het spreekuur terecht. Een afspraak voor het verpleegkundig oncologisch spreekuur kunt u maken via de dagbehandeling Oncologie.

Het is belangrijk dat uw behandelend arts weet welke medicijnen u inneemt, ook als het lichte pijnstillers of vitaminetabletten zijn. Andere medicijnen kunnen de werking van cytostatica namelijk beïnvloeden. Ook is het belangrijk dat andere artsen (zoals uw tandarts) weten dat u chemotherapie krijgt.

Hoe ziet de behandeling er uit?

De kuren worden meestal poliklinisch toegediend op de dagbehandeling Oncologie. Na de toediening gaat u weer naar huis. Bij sommige kuren duurt de toedeining langer en is een korte opname nodig.

Meerdere kuren chemotherapie

De behandeling is met pauzes. U krijgt een chemokuur en daarna een korte periode rust. Zo'n kuur wordt een aantal keren herhaald. De cytostatica hebben ook invloed op gezonde cellen. Die kunnen zich in de rustperiode herstellen. Gezonde cellen herstellen veel sneller dan kankercellen.
Door de dosis chemotherapie te verdelen in meerdere kuren wordt geprobeerd de bijwerkingen zoveel mogelijk te beperken. De totale dosis in één keer geven is onmogelijk door het risico op te veel of ernstige bijwerkingen.
Cellen zijn het gevoeligst voor chemotherapie op het moment van deling. Tijdens een tussenliggende 'rustfase' is de cel dus ongevoeliger. Omdat niet alle cellen tegelijk in delingsfase zijn, verhoogt het dus ook de effectiviteit van de chemotherapie als deze verspreid worden over meerdere kuren in de tijd.

Adjuvante (aanvullende) chemotherapie bij darmkanker

Adjuvante systemische therapie wordt toegepast nadat eerst de tumor door een operatie is verwijderd. Het doel van deze aanvullende behandeling is mogelijke (niet-aantoonbare) zogenaamde micrometastasen te doden. Micrometastasen zijn uitzaaiingen die zeer klein en niet aantoonbaar zijn. Door ze te doden verbetert de prognose van de ziekte. De keuze voor adjuvante behandeling is voor een groot deel afhankelijk van het stadium van de ziekte (het al dan niet aanwezig zijn van tumorcellen in de verwijderde lymfklieren) maar ook factoren als leeftijd, conditie en voorkeuren van de patiënt spelen een rol bij de uiteindelijke keuze van behandeling.

Palliatieve chemotherapie bij darmkanker

Chemotherapie wordt ook ingezet wanneer de ziekte in een verder gevorderd stadium is. Bij uitgezaaide kanker heeft de dikkedarmkanker zich verspreid naar andere delen van het lichaam zoals longen en/of lever. Het doel van de palliatieve behandeling is om de groei en verspreiding van de tumor te remmen, waardoor de kwaliteit van leven en vaak ook de levensduur kunnen toenemen. De keuze voor een palliatieve behandeling is afhankelijk van vele factoren zoals, wens van de patiënt, de aanwezigheid van mogelijke andere aandoeningen, de behandeling die (mogelijk) al eerder is gegeven, de leeftijd van de patiënt en de uitslag van de RAS-test. De behandeling kan bestaan uit chemotherapie en/of doelgerichte therapie.

Doelgerichte therapie

Doelgerichte therapie is een behandeling met een type geneesmiddel dat de groei en deling van kankercellen blokkeert door zich te koppelen aan specifieke moleculen (receptoren op/in de tumorcel) die nodig zijn voor de groei en overleving van de tumorcellen. Deze stoffen worden ook wel 'monoklonale antilichamen' genoemd.
Bij dikkedarmkanker zijn de monoklonale antilichamen o.a. de zogenaamde Epidermale Groeifactor receptor-remmers (EGFR-remmers). Deze medicijnen remmen de deling van de kankercellen. Zo wordt de groei en uitbreiding van kankercellen tegengegaan. Voorbeeld hiervan is het middel panitumumab.

RAS test

Voordat een behandeling met een EGFR-remmer kan plaatsvinden, dient eerst een zogenaamde RAS-test te worden gedaan. Bij deze test wordt genetisch materiaal van de tumor onderzocht op de aanwezigheid van een verandering (ook wel mutatie genoemd) in een specifiek stukje DNA. Met de RAS-test wordt bepaald of de darmtumor veranderingen heeft in het RAS-gen. Patiënten waarbij er geen mutatie in het RAS gen is aangetoond (zogenaamd wildtype RAS) kunnen (ook) behandeld worden met een EGFR remmer. Voor patiënten die een mutatie hebben in het RAS-gen is deze behandeling tot nu toe niet zinvol gebleken.
Monoklonale antilichamen worden meestal aan de behandeling met chemotherapie toegevoegd.

Film over voorlichtingsgesprek met de verpleegkundige

Wanneer u kiest om te starten met de chemotherapie krijgt u een afspraak mee voor het verpleegkundig oncologisch spreekuur.
In deze film ziet u wat kunt u verwachten van het gesprek met de verpleegkundige voorafgaand aan de behandeling met chemotherapie.

Laatst bijgewerkt op: 14 april 2022

Janny in gesprek met Ulrike, klinisch psycholoog en Nadia, medisch maatschappelijk werker.
Ondersteuning bij het omgaan met kanker