Overslaan en naar de inhoud gaan

De spijsvertering

Gepubliceerd op: 12 april 2022

Het lichaam verwerkt het voedsel dat we eten, dat proces heet ‘de spijsvertering'. De voedingsstoffen uit het eten worden opgenomen, de restanten worden door het lichaam afgevoerd. De darmen hebben in dit proces een belangrijke functie.

Voedselverteren

Door het voedsel te kauwen in de mond komt er speeksel bij en kunnen de enzymen hun werk doen. Enzymen zitten in het speeksel en breken zetmeel in de voeding af. Als we het voedsel doorslikken gaat het door de slokdarm naar de maag. 

De sluitspier van de maag verhindert dat de inhoud van de maag terug kan naar de slokdarm. De maag zorgt dat het voedsel wordt vermalen. 

Vanuit de maag gaat het voedsel naar de twaalfvingerige darm. Dit is tevens het begin van de dunne darm. Gal wordt aangemaakt in de lever en opgeslagen in de galblaas. De gal en het sap van de alvleesklier zijn noodzakelijk bij de spijsvertering en komen bij het voedsel in de twaalfvingerige darm. Zo wordt de zure inhoud van de maag verder verteerd.

In de rest van de dunne darm komen belangrijke verteringssappen bij het voedsel en worden nuttige voedingsstoffen opgenomen in het bloed. De onverteerbare voedselresten gaan dan van de dunne darm naar de dikke darm. Deze overgang heet de blindedarm. Het wormvormige aanhangsel van de blindedarm, de appendix, wordt in de volksmond als 'blindedarm' benoemd en heeft geen functie in de spijsvertering.

De dikke darm heeft als taak om water en zouten uit het voedsel te halen. Daarna gaan de resten door naar het laatste stuk van de dikke darm, de endeldarm. De onverteerbare voedselresten zijn inmiddels ontlasting geworden en verlaten via de anus het lichaam.

 

Laatst bijgewerkt op: 12 april 2022

Janny in gesprek met Ulrike, klinisch psycholoog en Nadia, medisch maatschappelijk werker.
Ondersteuning bij het omgaan met kanker