Overslaan en naar de inhoud gaan

Bestraling bij darmkanker

Gepubliceerd op: 14 april 2022

Bij mensen met darmkanker wordt bestraling (radiotherapie) alleen toegepast bij een deel van de patiënten met een tumor in de endeldarm. De bestraling vindt voorafgaand aan de operatie plaats. Of bestraling noodzakelijk is, is onder meer afhankelijk van de plek en de grootte van de tumor, en of er op de scan die gemaakt is vergrote lymfklieren te zien zijn.

Wat is radiotherapie

Bestraling is het gebruik van radioactieve straling om ziektes te genezen of te verminderen. De straling vernietigt ongezonde cellen, bijvoorbeeld kankercellen.
Bestraling is een plaatselijke behandeling. Artsen kunnen het gebied waar de kanker zit heel precies bestralen. Kankercellen kunnen minder goed tegen straling dan gezonde cellen en gaan uiteindelijk dood. Bestraling geeft vaak wel bijwerkingen doordat gezonde cellen ook beschadigd raken. De gezonde cellen herstellen zich na een tijdje weer van de straling. De bijwerkingen gaan dan weer over.

Radiotherapiegroep

Wanneer bestraling een onderdeel is van uw behandeling, wordt deze uitgevoerd door de Radiotherapiegroep in Arnhem. Het Slingeland Ziekenhuis werkt nauw samen met de specialisten van de Radiotherapiegroep. Een radiotherapeut neemt deel aan de wekelijkse oncologiebespreking. De radiotherapeut houdt ook elke week spreekuur in het Slingeland Ziekenhuis.

Hoe werkt bestraling?

De straling komt uit een bestralingstoestel (lineaire versneller). Het te behandelen gebied wordt van buitenaf - door de huid heen - bestraald. De radiotherapeut of radiotherapeutisch laborant zorgt ervoor dat de stralenbundel nauwkeurig wordt gericht en dat het omliggende, gezonde weefsel zo veel mogelijk buiten het te bestralen gebied blijft.

Voorbestraling

Bestraling van de endeldarm (rectum) vindt voorafgaande aan de operatie plaats (voorbestraling). Het doel is de kankercellen daarmee minder levensvatbaar te maken. Als er na de operatie toch kankercellen in het operatiegebied achterblijven, is het risico kleiner dat zij opnieuw tot een tumor uitgroeien. Ook kan bestraling vóór de operatie gericht zijn op het verkleinen van een dieper doorgegroeide tumor, zodat deze bij de operatie beter te verwijderen is. Dergelijke bestraling noemt men ook wel een neoadjuvante behandeling. Deze maakt deel uit van een curatieve (genezende) behandeling.
Een voorbestraling is geen uitstel van de behandeling, maar een wezenlijk onderdeel daarvan.

Korte of lange serie

Een voorbestraling kan bestaan uit een korte of lange serie bestralingen. Waar uiteindelijk voor gekozen wordt hangt samen met de mate waarin de tumor is doorgegroeid en de plaats van de tumor.
Een korte serie bestaat uit vijf bestralingen in een week. Daarna vindt de operatie plaats. De tijd tussen de bestraling en de operatie is afhankelijk van het stadium van de tumor. Soms vindt de operatie plaats binnen een week na het afronden van de bestraling, soms is het beter om nog zes tot acht weken te wachten.
Bij een lange serie bestralingen krijgt de patiënt vier tot vijf weken lang vijf maal per week bestraling. Aan de lange voorbestraling wordt meestal ook chemotherapie in de vorm van tabletten toegevoegd. De chemotherapie zorgt ervoor dat de tumor gevoeliger is voor de bestraling. De operatie vindt dan zes tot tien weken na de bestraling plaats.

Bestraling als palliatieve behandeling

Bestraling wordt soms ook toegepast bij patiënten die niet (meer) operatief kunnen worden behandeld. Met deze palliatieve behandeling probeert men klachten door de ziekte te verminderen of te voorkomen. Meestal gaat het om pijn en problemen met de doorgankelijkheid van de endeldarm. Soms gaat het vooral om bloedverlies. Deze bestraling is vaak eenmalig of wordt in de loop van enkele dagen gegeven.

Bijwerkingen

Bestraling geeft vaak bijwerkingen omdat gezonde cellen ook beschadigd raken. De gezonde cellen herstellen zich na een tijdje weer van de straling. De meeste klachten verdwijnen meestal enkele weken na de behandeling. Sommige mensen hebben nog lang na hun behandeling last van vermoeidheid.

Bijwerkingen ten gevolge van bestraling van een tumor in de endeldarm kunnen zijn:

  • verstoring van het ontlastingspatroon;
  • vaker plassen door irritatie van de blaas;
  • plaatselijke reactie van de huid (roodheid, pijn, soms gaat de huid stuk);
  • vermoeidheid.

Bij de Radiotherapiegroep krijgt u gerichte adviezen om zo min mogelijk last te hebben van de bijwerkingen. Op welk moment de eventuele bijwerkingen optreden, heeft te maken een korte of een lange bestralingsbehandeling. Bij een korte bestralingsbehandeling direct gevolgd door de operatie vallen de bijwerkingen van de bestraling samen met de periode kort na de operatie. Bij een lange bestralingsserie treden de meeste bijwerkingen tijdens of kort na de bestraling op.

 

Laatst bijgewerkt op: 14 april 2022

Janny in gesprek met Ulrike, klinisch psycholoog en Nadia, medisch maatschappelijk werker.
Ondersteuning bij het omgaan met kanker